Het leven en werken van Antoni van Leeuwenhoek

Vormgeving en begeleiding druk door Bureau Marjoke

Op het moment dat je als student voor het eerst door een microscoop kijkt gaat er een wereld voor je open. Antoni van Leeuwenhoek heeft in de 17e eeuw als eerste deze wereld aan het licht gebracht. In een wereld met zeer uiteenlopende geestelijke stromingen en wetenschappelijke opvattingen die nog volledig geworteld waren in de Griekse Oudheid kwam Antoni van Leeuwenhoek met zijn nuchtere waarnemingen van een volledig onbekende wereld, de wereld van de microbiologie. Antoni van Leeuwenhoek was autodidact: hij had geen wetenschappelijke vorming genoten, ook beheerste hij geen andere talen, met name geen Latijn, bij uitstek de taal van de geleerden in die tijd. Misschien heeft dit laatste wel in zijn voordeel gewerkt omdat hij zo, zonder vooroordelen, zijn opmerkelijke waarnemingen kon doen. Hij maakte zelf zijn verfijnde microscopen, maakte zelf zijn unieke lenzen en liet niemand toe tot deze geheimen. Het was Reinier de Graaf die het unieke werk van Antoni ontdekte en hem vervolgens introduceerde bij de Royal Society te Londen, in die tijd een vermaard gezelschap van zeer beroemde wetenschappers. Dat heeft geresulteerd in een stroom van brieven met uitgebreide verslagleggingen van zijn waarnemingen. In dit boek worden het leven en de werken van Antoni van Leeuwenhoek geplaatst tegen de achtergrond van de befaamde 17e eeuw.

J.J.P. Lamoré werd geboren in 1938 te Nieuw-Beijerland. Zijn beide ouders waren bij het onderwijs. Na het gymnasium ging hij geneeskunde studeren te Utrecht en behaalde hij het artsdiploma in 1965 te Rotterdam. Na vervulling van de militaire dienst als reserve-officier-arts ging hij in opleiding tot chirurg in het Zuiderziekenhuis te Rotterdam. In die periode heeft hij vooraan gestaan bij meerdere ontwikkelingen op het gebied van oncologie en traumatologie. Een wetenschappelijke carrière lag in het verschiet, evenwel ging zijn voorkeur uit naar de algemene chirurgische praktijk. In 1975 vestigde hij zich als algemeen chirurg in het toenmalige Ziekenhuis Bethel te Delft. In een latere fase, na de fusies, werd dit het Reinier de Graaf Gasthuis te Delft. Na zijn pensionering in 2001 heeft hij meerdere studies gedaan. Sedert 2010 een uitgebreide studie  over de wetenschappelijke ontwikkelingen in de 17e eeuw, met name studies over Antoni van Leeuwenhoek, Reinier de Graaf en Niels Stensen. Hierover heeft hij vele presentaties her en der in het land verzorgd.