Om een titel te verzinnen voor de beschrijving van een familie vond ik ‘Waar ik woon en wie ik ben’ wel toepasselijk. In het lied zingt Boudewijn de Groot zijn levensverhaal.
Verhalen van overlevering worden meestal door familieleden aan elkaar doorgegeven, maar veel van die verhalen gaan soms verloren.
Is het niet leuk om later aan je kinderen en kleinkinderen te kunnen vertellen wat je grootvader, overgrootvader of over-overgrootvader (lees ook moeder) voor mensen waren en hoe zij leefden. En hoe fijn het is om te weten uit welk ‘nest’ je komt.
Ik heb getracht het in woorden te vatten, door gesprekken met familieleden en mijn eigen dierbare ouders Joost en Inge van Baalen-Vellekoop, aan wie ik dit epistel dan ook graag wil opdragen.
Ik ben begonnen met schrijven in 1993 en heb door de jaren heen het familieverhaal steeds aangevuld; er overlijden mensen, maar er komen ook nieuwe mensen bij de familie.
Achterin het boek zijn de parentelen schematisch aangegeven. Het boek begint bij mijn overgrootouders van beide kanten.