Reünie
‘Weet iemand van jullie, wie ik ben?’ Dat vroeg ik, staand aan een tafeltje met oud-collega’s van de bloemenveiling, tijdens de vorige week gehouden nieuwjaarsreceptie van gepensioneerden. De bloemenveiling, waar ik werkte van 1978 tot 1985 als secretaresse bij Personeelszaken, zorgt goed voor de gepensioneerden. Ze komen iedere maand op donderdagochtend bij elkaar om onder het genot van koffie en fris te converseren over vervlogen tijden.
Vorig jaar december kreeg ik een email van een oud-collega van de Bloemenveiling. Of ik zin had om op de nieuwjaar reünie van de gepensioneerden te komen. Dat vond ik meteen een ontzettend leuk idee.
Overigens waren er heel wat mensen die mij nog herkenden, dus dat is een goed teken.
Het is afgelopen maand op de kop af dertig jaar geleden dat ik –negen maanden zwanger- afscheid nam van de Bloemenveiling. Zeven jaar werkte ik als secretaresse van het Hoofd Personeelszaken. Eerst bij meneer Hartwigsen en later Aad van der Harg. Ik zou er uren over kunnen vertellen. Als achttienjarige kwam ik solliciteren bij de heer Hartwigsen. Hij vroeg eigenlijk alleen of mijn vader nog ‘aanvoerder’ was op de veiling (dat was hij gelukkig). En zei: ”dan kun je maandag beginnen”. Voor de goede orde, ik ging vrijdag op gesprek. Dus dat was snel beklonken. Hij vroeg nog wel of ik wilde weten wat ik ging verdienen. Ik was zo verbouwereerd dat ik daar helemaal niet over nagedacht had. De eerste twee salarissen, binnen je proeftijd, werden contant uitbetaald. Het was ene bedrag van 999,99 gulden. Ik voelde me de koning te rijk.
Ach, de bloemenveiling in 1978 was totaal anders dan nu. Er was zelfs nog geen directie. Ik zat iedere maand met zo’n twintig afdelingshoofden in vergadering bijeen. Iedereen riep wat en ik moest er maar achter komen waar het allemaal over ging. Maar al snel had ik mijn plaats aardig gevonden. In die tijd werkten er alleen vrouwen op kantoor en die waren ook nog op twee handen te tellen. Daarom hadden wij secretaresses altijd volop aandacht van het mannelijk volk. Dat was erg leuk en handig want er was een tijd dat ik altijd bloemenvazen te kort kwam voor (doordraai)bloemen.
Omdat ik op Personeelszaken werkte kwam ik natuurlijk met alle personeelsleden wel een keer in contact. Ik kende meer dan 1000 mensen die op of bij de veiling werkten. Een netwerk waar ik tot op de dag van vandaag nog altijd plezier van heb.
Ja, het was een mooie tijd. Maar ik heb er geen spijt van dat ik nooit meer terug gegaan ben naar deze werkplek. Er is zoveel veranderd. Maar deze samenkomst met oud-collega’s was heel leuk en ik heb ervan genoten.
Met mijn oud-collega’s Betty Stolze, Tiny Hoogendoorn, ikzelf, Gea van Dam-Breure, Ella Prins-van der Meer, Anneke Duyvestein-van Veen en Lida Haaring-Eijgenraam in 1984.