Maandelijks archief: september 2017

Lenzen

Ik had me toch een goed idee vorige week, maar ben weer een illusie armer. Omdat ik door langdurig medicijngebruik vaak slecht zie dacht ik erover om dag-lenzen te gaan dragen. Daardoor zou mijn zicht vermoedelijk verbeteren en ik in ieder geval voor ‘ver weg’ weer goed kunnen zien. Ik maakte een afspraak bij de opticien en fietste vorige week vrijdag met veel vertrouwen naar dorp. Na alles uitgelegd te hebben bij de opticien vertelde hij me dat dag-lenzen voor mij perfect zouden zijn. Ik kon ze gewoon de hele dag indoen en ’s avonds weggooien. Geen gedoe met schoonmaken, houdertjes en flesjes etc.

Alleen…. er was wel een maar. Omdat ik een bril heb met zowel ‘ver af’ als ‘dichtbij’ glazen, moest ik om te lezen wel een leesbril op. Maar dat was volgens hem geen probleem. Gewoon een bril met plus 2 en dan zou dat wel lukken. Hij had de gewenste sterkte van de lenzen in huis en ik mocht meteen een paar dag-lenzen indoen. Dat lukte prima, want na ruim 25 jaar lenzen gedragen te hebben verleer je dat nooit.

Zelf hadden ze kennelijk zo’n leesbril niet, maar het woord Hema of Kruidvat nam hij niet in zijn mond. Terwijl ik met een proefverpakking met dag-lenzen sta te wachten om een nieuwe afspraak te maken kom ik erachter dat ik op mijn telefoonagenda niets zie. Ik kan dus wel zien, maar zie niets. De opticien pakt even zijn ‘opmeetbril’ erbij en zo sta ik te piegen op mijn telefoon. Ik voel me behoorlijk opgelaten.

Mijn enthousiasme is meteen gezakt. Want hoe vaak kijk ik per dag niet op mijn telefoon of Ipad, nog maar te niet te spreken over mijn computer. Toch laat ik me niet meteen uit het veld slaan en ga naar de Hema om daar een plus 2 leesbril uit te zoeken. Er is veel keuze en ik neem een leuke rode.

Thuis gekomen merkt ik meteen dat ik eigenlijk de rode bril te sterk vind. Gelukkig heb ik nog een brilletje met plus 1,5 in huis en die zit beter. Maar al snel blijkt dat de bril de hele tijd op mijn neus zit. Of liever gezegd hangt hij onderaan mijn neus, anders zie ik niets.

Ik heb het 1,5 uur uitgehouden en toen de dag-lenzen in de prullenmand gegooid.
Daaag lenzen. Gewoon weer mijn bril opgedaan, dan maar iets minder zicht.

Snoep

Tijdens de afgelopen Wilken-familie-dag bezochten wij onder andere het museum ‘In den Halven Maen’ in Rockanje. Het is een particulier museum gevestigd in het woonhuis van een echtpaar dat kennelijk heel veel houdt van verzamelen. Het hele huis stond namelijk stampvol oude spullen. Er was een complete oude kroeg nagebouwd en een heuse drogisterij maar het klapstuk vond ik persoonlijk het snoepwinkeltje.

In Naaldwijk hadden wij vroeger ook zo’n snoepwinkeltje. Het was gevestigd tegenover waar nu de Jumbo is en heden ten dage een hoorwinkel zit. Het pand was van Jamin, dat moet een jongere nog bekend klinken. De juffrouw van de snoepwinkel kan ik me niet herinneren. Wel de hoge toonbank waar je niet overheen kon kijken en de potten met snoep die op de toonbank stonden. Wij kregen iedere maand vijf cent. Ja, u leest het goed, een stuiver. Daar mochten we dan snoep voor kopen*. Heel ver kwam je er niet mee, maar het was wel heel leuk. Mijn favoriet was het stroopsoldaatje, maar ook zwart-witpoeder was heerlijk. Een combinatie van deze twee was het ultieme genot. Het kleverige stroopsoldaatje dopen in je zwart-wit en dan zuigen.

U begrijpt dat ik me behoorlijk te buiten ben gegaan bij de meneer van de ‘snoepwinkel’. Je kon namelijk al die oude snoepsoorten daar gewoon kopen. De prijzen waren niet meer als vroeger, maar gelukkig had ik meer dan vijf cent te besteden.

Het interieur van de snoepwinkel

Daarom verdwenen de lekkere kleine dropjes, zoute pectoraal, rozijnengrind, schuimblokken, borsthoning en natuurlijk zwart-wit en stroopsoldaatjes in mijn tas. Nu zit ik te genieten van mijn stroopsoldaatje dat nog net zo smaakt als vroeger.

n.b. Leuk uitstapje maken naar museum ’In den Halven Maen’? Het museum is gevestigd aan de Lodderlandsedijk 56a te Rockanje. Er is ook een prachtige tuin bij het museum, groot, goed onderhouden en vol humor.

Heerlijke snoep

*Het was niet het enige snoep dat wij kregen, maar bedoeld om met geld om te leren gaan.

Dorpsfeesten

Het is heel gek, maar ik ben dit jaar bij geen één dorpsfeest geweest. Dat is niets voor mij, want vroeger was ik er gek op. Zo’n tien, twintig jaar geleden, toen ik nog volop voor de Westlandsche Courant als reporter op pad was, sloeg ik geen één dorpsfeest over. Monster en ’s-Gravenzande met uitgebreide braderieën, natuurlijk het spektakelfeest in Maasdijk met heuse paalzitters (dagenlang), Honselersdijk met de tandemrace (dit jaar weer in ere hersteld heb ik vernomen), Naaldwijk, natuurlijk met de zomerbloemententoonstelling en als hekkensluiter Rondje Poeldijk. Aangezien ik daar bijna 30 jaar gewoond heb blijft dat dorpsfeest natuurlijk het belangrijkste. Jarenlang genoten we van alle activiteiten in het zogenoemde ‘kassie’. Deden we natuurlijk mee met het Poeluks dictee, dat ik zelfs een keer mocht winnen. Jeu-de-boulen, konijnenveiling en volleyballen; iedere avond was er wel iets te doen en je kwam iedereen tegen. Op zaterdag de befaamde schuitenrace en de brommertourtocht (voorafgaand werden alle voertuigen gezegend door de pastoor).

Brommers zegenen

Het sluitstuk natuurlijk was het dweilfestival. Het dweilen ging gepaard met een heel ritueel. ’s Morgens hingen we natuurlijk de speciale Poeldijk-dweildag-vlag al uit, al dan niet met een echte dweil. Daarna zetten wij keihard de CD van de Duitenkluivers aan (een dweilorkest uit Brabant waar ik een keer een CD van had gekregen) en vervolgens wachten we tot het 13.00 uur was. Dan begonnen de kerkklokken te luiden en hoorden we vanuit het dorp al de eerste klanken van boerenkapellen. Vanaf half twee gingen we al rondjes lopen door het dorp. We begonnen ook meteen met bierdrinken want de tijd was maar beperkt. Om 18.00 uur was het dweilfestival namelijk helemaal afgelopen.  De laatste jaren verzamelden wij bij het huis van vrienden die midden in het dorp woont. Daar stonden we dan en het werd een heus verzamelpunt van Poelukkers en oud-Poelukkers en andere kennissen, familie en vrienden.
Dit jaar dus geen dorpsfeesten bezocht. Het kwam voornamelijk omdat we regelmatig of een weekeinde weg waren of op vakantie. Overigens heb ik het niet gemist hoor, voor je het weet is het weer zover.

p.s. het dweilfestival heet tegenwoordig Poeldijks Muziekfestival en schijnt afgelopen zondag een groot succes te zijn geweest.

Schuitenrace

Auschwitz*

Er rijden nog steeds treinen in Auschwitz. ‘s-Nachts hoor je fluittonen van de locomotief en het vage rommelen van het treinstel. Het zijn griezelige gedachten die je krijgt als je in bed ligt na een bezoek aan het vernietigingskamp Auschwitz/Birkenau. Je kunt alleen maar denken: ‘hoe kan zoiets gebeuren?’. Maar het is gebeurd en het vrijwel intact gebleven kamp is er getuige van. Als je langs de barakken loopt krijg je kippenvel. Als je leest hoe er in deze barakken geleefd werd gaat het je voorstellingsvermogen te boven.

Even later mogen we ook binnenkijken. Houten schutten delen de barak in kleine compartimenten. Drie hoog boven elkaar. Je vermoed dat er een heel gezin in zo’n compartiment kon ‘liggen’. Maar je weet dat gezinnen niet bij elkaar waren. Mannen, vrouwen en kinderen waren gescheiden. En de meesten van de laatste twee groepen kwamen niet eens in een barak terecht. Die werden zo uit de wagon naar de gaskamers gebracht.

Ik ben eigenlijk blij dat deze vreselijke gaskamers indertijd zijn opgeblazen door de Duitsers. Er rest niet meer dan een ruïne, die al indrukwekkend genoeg is. 

Eigenlijk wil ik hier niet zijn. Ik weet van deze vreselijke daden, maar ik wil er niet te veel over nadenken. Tegelijkertijd vraag ik me af hoe Duitsers deze plaats bezoeken; of ze net zo geschokt zijn, plaatsvervangende schaamte voelen? Ik kom daar natuurlijk niet achter. 

Het tweede kamp Auschwitz (er waren er eigenlijk drie die over een tiental kilometers verspreid lagen) is een groot museum ingericht. We scoren nog een kaartje om binnen te kijken, maar komen te laat omdat het museum om 19.00 uur sluit en wij niet helemaal door hadden hoe laat we er moesten zijn. Eigenlijk vind ik het niet erg. Ik heb mijn portie ellende vandaag wel gezien en geen behoefte aan 110.000 schoenen, honderden kunstgebitten en 100 ton vrouwenhaar te zien. Voor mij is deze aanblik niet nodig om me te realiseren dat dit nooit meer mag gebeuren. 

Foto: Nils van Arnhem

* Auschwitz kan op verschillende manieren geschreven worden. In het Pools heet de plaats Oświęcim