Driestuiversopera
Vorige week waren wij in het Zuiderstrandtheater in Scheveningen om te genieten van de Driestuiversopera. Ditmaal uitgevoerd door Kwekers in de Kunst, voor ons nog bekend als Dario Fo. Het bekende stuk van Bertolt Brecht met muziek van Kurt Weil staat nog altijd in mijn geheugen gegrift. Al moet ik wel heel ver terug in de tijd.
Rond 1981 ging ik toneelspelen bij toneelgroep ‘de Hofspelers’. De toneelvereniging uit (oorspronkelijk) Honselersdijk, had haar domicilie in Naaldwijk. We repeteerden op de zolder van de Lagere Tuinbouwschool in de Mr. Jan Tuningstraat. De school is inmiddels al lang afgebroken.
De stukken die wij speelden waren –voor Westland- gerust controversieel te noemen. We speelden naast Bertolt Brecht ook toneelstukken van Hugo Claus, Ton Vorstenbosch en Fassbinder. Niet bepaald de ‘lach of ik schiet’-stukken die in het geëigende amateurtoneel gespeeld worden.
In 1984 werd de Driestuiversopera op het repertoire gezet. In het stuk speelde ik samen met Gerard Kriek de gezamenlijke rol van de ‘vertellers’. Dat hield zoveel in dat wij het stuk aan elkaar praatten. Echter werd er ook veel gezongen. De ‘ballade van Mackie Messer’ waar het stuk mee begint bijvoorbeeld werd samen door Gerard en mij gezongen. Dat het natuurlijk niet zuiver was, was geen enkel probleem. In de Driestuiversopera hoeft het allemaal niet zo mooi te zijn. Vorige week in het Zuiderstrandtheater zong ik het nog zachtjes mee. Overigens dat gold voor veel van de liedjes, die na dertig jaar nog steeds in je hoofd zitten.
De uitvoeringen van de Hofspelers waren in april en mei 1984 een groot succes. Er deden ongeveer vijftig mensen aan mee want naast de toneelspelers was er ook een volledig orkest onder leiding van Peter van Elswijk. De regie van de opera was toevertrouwd aan Ron Oostdam. Hij regisseerde jarenlang bij De Hofspelers. We wonnen er prijzen mee onder andere de HCA-competitie (dé toneelprijs van het Haags Centrum voor Amateurtoneel). Ook werd er gespeeld in Den Haag in het Congresgebouw en in Delft in het Waagtheater. Maar het meeste ligt me nog bij het repetitieproces waarbij we in maart 1984 een repetitieweekeinde hadden in de Staelduinhoeve in ’s-Gravenzande. Het werd een geweldig weekeinde waarin er hard gewerkt werd, maar ook veel ruimte was voor gezelligheid.
Daarom kijk ik ook met heel veel plezier terug op mijn toneeltijd –welke overigens maar zes jaar duurde- bij ‘de Hofspelers’, later ‘Epicentrum’ en tegenwoordig ‘Het wilde Westen’.
En wat betreft de Driestuiversopera van Kwekers in de Kunst; we hebben ervan genoten, het was een heerlijke avond.