Schrijverscafé

Met heel veel plezier ga ik iedere maand naar het schrijverscafé van onze vereniging ‘Schrijvers tussen de kassen’. Het café vindt plaats iedere tweede donderdag in ‘de 3 Winckels’ in Naaldwijk. Het is voor mij een echt uitje. De ontmoeting met medeschrijvers en -dichters is altijd verrassend en heel gezellig. Soms te gezellig, want ik moet het meestal de volgende ochtend met een kater bekopen. Maar ik heb het er graag voor over. Meestal wordt er ook voorgelezen uit eigen werk. Behalve dan door Ton; die laat zich altijd voorlezen. Maar met name de dichters onder ons laten maar al te graag even hun werk horen. Nico met zijn haiku’s en Piet met zijn bijna altijd erotisch getinte gedichten. Het is echt een feestje. En we hebben altijd plezier, want naast het voorlezen wordt er natuurlijk ook over van alles en nog wat gepraat. Jammer genoeg weet ik de volgende dag meestal niet meer waarom ik zo hard heb gelachen.

Vorige week kregen we weer een leuk verhaal te horen van Frans. Maar Frans was niet helemaal zeker ten aanzien van het einde van zijn verhaal en vroeg onze ongezouten mening daarover. Nou, het verhaal was weer echt in de ‘Roald-Dahl-sfeer’ van Frans en gelukkig voor hem kreeg hij ook nog een goede tip voor een nieuwe clou.

Zo weten we elkaar altijd weer te motiveren en te inspireren. Ook spraken we natuurlijk over het aanstaande boekengala in de Naald op 28 maart a.s. Als schrijvers van de vereniging hebben we natuurlijk allemaal meegedaan met de wedstrijd met als thema ‘Verboden Vruchten’. Helaas voor ons is niemand van onze stamtafel genomineerd, dus is de spanning wie gaat winnen er nog niet af.

Wie ook regelmatig langskomt is Ylona, onze boekenverkoopster van The Read Shop in Naaldwijk. Zij heeft de grootste collectie boeken van Westlandse schrijvers en heeft alle boeken van Westlandse schrijvers in haar assortiment. Maar liefst drie boekenkasten vol. Dat is toch behoorlijk uniek lijkt me. En daarom is het ook zo leuk om deel uit te mogen maken van de vereniging.

Voor meer informatie; kijk eens op www.schrijverstussendekassen.nl voor informatie over actuele evenementen en de deelnemende schrijvers.

Boekenkast bij The Read Shop in Naaldwijk

Verbouwen

Ik heb echt een hekel aan verbouwen. Het stof, de mannen die door je huis lopen, alles is van zijn plaats. Maar de meest ‘verschrikkelijke’ verbouwing is toch wel je badkamer of je wc. Nou, bij ons moesten beide vloeren eruit. Door -vermoedelijk- een fout in de bouw hebben wij een lekkage gekregen onder de badkamervloer. Het water heeft waarschijnlijk al een tijdje gelopen want het kwam uit het beton bij de overloop. Toen het laminaat uit de gang werd gehaald bleek de vloer helemaal doordrenkt te zijn.

Na de eerste schrik besloten we om de reparatie van de waterleidingen meteen aan te vatten om de badkamer én de wc te verbouwen. Dat betekent het bad eruit –we zaten er toch nooit in- en daar een inloopdouche. Waar de douche zat maken we een ruimte voor de wasmachine en de droger. Vervolgens laten we in de wc meteen een hangend toilet installeren en in beide ruimten twee nieuwe tegelvloeren. Gelukkig voor ons is het ook een gedeelte verzekeringswerk, want zo’n verbouwing loopt flink in de papieren.

Sinds vorige week maandag is het dus een heel gedoe in huize van Arnhem. Het is niet zo heel erg dat ze alles slopen, alleen kun je dus meteen niet meer douchen en we zitten ook regelmatig zonder toilet. Zelfs één nacht helemaal zonder, zodat we onze behoeften moesten doen op een campingpotje. Dan voel je je toch wel een beetje armoedig. Afgelopen weekeinde konden we bij Marjolein en Jos slapen want die waren een weekeindje weg. Dat was een geluk, want daar was het geen herrie en konden we heerlijk lang douchen en lekker op de wc zitten. Je gaat zulke dingen weer echt waarderen. Nu vertoeven we regelmatig in de sportschool om daar na afloop van het sporten te douchen en tellen we de dagen af dat het klaar is. En iedere dag schiet het weer een beetje meer op. Nog deze week even uitzitten en dan kunnen we vermoedelijk in het weekeinde weer alles gebruiken.

Daarna komt de nasleep want het hele huis van huiskamer tot balkon zit alles onder het stof. Dus klaar zijn we voorlopig nog niet.

Dat is even behelpen.
Natte vloer onder het bad

 

Ziek

Eigenlijk ben ik nooit echt ziek. Een griep of een enorme verkoudheid heeft mij nauwelijks in de greep. Als ik ziek ben is het altijd serieuze shit. Dat had ik als kind al. Zo was ik als zesjarige een drietal dagen verlamd omdat de waterpokken in mijn ruggenmerg waren ‘binnengedrongen’. Iets dat bijna nooit voorkomt. Een angstige tijd vooral voor mijn ouders, maar gelukkig kwam alles weer goed. Ook had ik altijd gekke ongelukjes. Viel ik van de laatste trede van de trap en brak ik mijn arm. Mijn vader rolde er een Panorama om en we gingen naar het ziekenhuis in Delft. Nooit vergeten, ik was misschien vier jaar.

Ook overleefde ik een aantal ongelukken; ik rommelde als kleuter aan het portier van de auto en viel eruit. Zo op straat. Mijn moeder schrok zo, dat ze pardoes een tuintje inreed. Ik had gelukkig niks. Uit kleuterschool stak ik een keer de Geestweg over zonder kijken omdat ik schrok van een hondje. Werd ik aangereden, mijn tekening die ik gemaakt had voor mijn oma’s verjaardag waaide weg en dat vond ik eigenlijk nog het ergste. Ik had wel een lelijke wond op mijn rug.

Zo heb ik menig keer bij de dokter gezeten. Later kwamen de operaties en de echt vervelende ziektes. Ik overleefde een kyste, huidkanker en twee keer borstkanker. De operaties zijn inmiddels niet meer op de vingers van twee handen te tellen. Ook heb ik minimaal in vijf ziekenhuizen gelegen en dat soms voor een tot twee weken. Dus ervaring met ziek zijn heb ik genoeg.

Waarom vertel ik dit. Vorige week was ik ziek. Het begon maandag met keelpijn en algehele lamlendigheid. Het duurde precies een week. Zoals mijn ‘oude’ huisarts in Poeldijk altijd al vertelde bij griep; ‘als je iets neemt duurt het zeven dagen en als je niks doet duurt het een week’. Het was dus gewoon uitzieken, maar leuk is anders. Ik heb heel veel op bed gelegen waardoor ik natuurlijk ook mijn energie verloor. Dinsdagavond voegde Hans zich bij me in bed en lagen we samen. Hij had het ook niet best en de voorraad paracetamol, keeltabletten, hoesttabletten enz. slonk aanzienlijk gedurende de dagen. Einde van de week krabbelden we weer een beetje op. Hopelijk hebben we het weer gehad voor een hele tijd.

Doel

Wij waren als ‘Schrijvers tussen de Kassen’ uitgenodigd om voor te dragen uit ons werk tijdens de gezamenlijke maaltijd van de stichting DOEL. Al jaren fiets ik langs het onderkomen van DOEL in de Julianastraat in Naaldwijk en eigenlijk weet ik niet eens wat daar gebeurt. Sinds vorige week maandag weet ik het wel. Het is een warm onderkomen voor mensen met een psychiatrische of psychosociale aandoening. Maar volgens mij kun je er ook gewoon terecht als je een beetje ontspoord bent in deze maatschappij. Ineke, van Schrijvers tussen de Kassen, heeft jarenlang vrijwilligerswerk gedaan bij stichting DOEL. Daarom leek het haar leuk om de mensen die daar voor een maaltijd komen te trakteren op gedichten en proza. Drie keer in de week kunnen cliënten van DOEL langskomen voor een gezellige maaltijd. Ik zit naast Wilfred en we babbelen wat over onze Westlandse roots. Hij komt uit Monster en heeft last van trillingen. Dat maakt het soep eten er niet makkelijker op. Maar we hebben een gezellig gesprek. Tegenover me zit Wil. Zij is ook een ‘beetje anders’ maar niet onaardig. Tussen de maaltijd door draait ze alvast een sjekkie om straks lekker te paffen.

Als ik aan de beurt ben om voor te lezen vertel ik de aanwezigen over mijn boek ‘100 jaar trouwen in het Westland’. Natuurlijk heb ik een exemplaar meegenomen en als ik even later zeg dat dit exemplaar voor de stichting is gaat er een applaus op. Ik lees twee verhalen voor uit de blogbundel. Ineke had gezegd het vooral zo makkelijk mogelijk te houden dus ik lees voor uit de avonturen van Jazmijn, de poes en onze trip naar Amsterdam.
Voor en na mij komen nog twee dichters. Ook zij hebben een geïnteresseerd publiek voor zich. Al wordt er tijdens het voorlezen gewoon doorgegeten. Maar dat maakt niet uit. Ik ben blij een keer binnen te zijn geweest. Het geeft je weer vertrouwen in de maatschappij omdat daar op minischaal gezorgd wordt voor een betere samenleving. Vooral voor hen die niet meer goed kunnen meedraaien.

 

Toekomst

De jeugd heeft de toekomst is een veelgehoorde uitdrukking en volgens mij zit hier veel waarheid in. Vorige week dinsdag mocht ik ‘kennis’ maken met de jeugd van Westland. Ik was matchmaker tijdens de achtste editie van ‘On Stage’; het Beroepenfeest.  De leerlingen van derde en vierde klassen van voorgezet onderwijs scholen uit het Westland kwamen naar de Olympus 70 hal om daar kennis te maken met ondernemers. Dit jaar bleek er een recordaantal ondernemers aangemeld, bijna driehonderd. In de ruime hal stonden tientallen statafels, allemaal met een gekleurde ballon erboven. De beroepsbeoefenaars waren ingekaderd in de volgende sectoren: Groen en natuur, Handel en economie, Techniek, Zorg, welzijn en maatschappij. Bij deze laatste sector was ik ingedeeld en ik maakte eerst even kennis met alle beroepsbeoefenaars. Dat waren o.a. kapsters, peuterspeelzaalleidsters, ambulancebroeders, politie, leger, kraamverzorgster, bejaardenverzorgster, dierenarts enz. enz. Er was zelfs een dominee bij, die vorig jaar toch ook een aantal matches had gehad.

Wat is nu het doel van de matches. De leerlingen hebben op school al een paspoort ingevuld met daarin de beroepsbeoefenaars waar ze graag een keertje komen kijken. Dit is de zogenoemde Doe-dag en deze wordt verderop in de maand gehouden. Tijdens de Doe-dag mogen de leerlingen meedraaien met de beroepsbeoefenaar en dat is natuurlijk hartstikke leuk. Maar er zijn maar beperkte plekken beschikbaar, dus een leerling moet er wel snel bij zijn als hij of zij een bepaalde match wil maken bij de desbetreffende beroepsbeoefenaar. Rond 13.00 uur werd de eerste groep van driehonderd leerlingen met veel applaus en een staande ovatie verwelkomt in de hal. Het was meteen een chaos van door elkaar rennende pubers. Ik sprak de één na de ander aan: ‘kun je het vinden’ of ‘wie zoek je’? Sommigen gingen recht op hun doel af, maar er waren ook genoeg leerlingen die eigenlijk niet precies wisten wat ze wilden. Populair in mijn vak was vooral de politie, leger en de kapster. Daar stond al snel een hele rij voor. Opvallend ook dat de meeste meiden toch echt voor een vrouwenberoep kiezen. Of het kan zijn dat ze niet ‘voor paal’ wilden staan bij hun vriendinnen. Want de mening van je vriend(in) is rond deze leeftijd toonaangevend.

Zo kwamen er bijna duizend leerlingen langs op dinsdagmiddag en het was een hele drukke toestand. De meeste leerlingen gingen met een goede match naar huis. Ik had er nog een flink aantal goed kunnen helpen en een heel voldaan gevoel.
Eigenlijk was ik ook een beetje jaloers op de ‘jeugd van tegenwoordig’. Tenslotte was er in de tijd dat ik mijn beroep moest kiezen niets van dit alles. Een wonder dat ik toch nog aardig terecht ben gekomen. 🙂

Foto’s: Westland On Stage

Galerie

Mijn broer Bram is naast leraar ook kunstschilder. En als ik het zelf zeg, geen onverdienstelijke. Inmiddels hebben wij al twee echte ‘Brammen’ in huis en genieten daar genieten we iedere dag van.

Samen met een compagnon heeft hij enkele jaren geleden een galerie geopend in Spijkenisse. Daar waren we afgelopen zondag voor een feestelijke vernissage. Dit is een duur woord voor opening met borrel en hapje. Tijdens zo’n vernissage is het niet alleen genieten van de kunst, maar waren ook de twee exposerende kunstenaars aanwezig. Tijdens de openingsspeech van Bram kwam naar voren dat de schilderes Karin Touw zich vooral laat inspireren door de omgeving waarin ze is. Ze verzamelt grasjes, aarde en andere natuurlijke materialen en verwerkt deze in haar schilderijen. Wij waren vooral gecharmeerd van de kleuren die ook overwegend zeer aards waren.

De tweede exposant is Gerreke van Veen. Zij maakt ‘bronzen’ sculpturen die niet van brons te onderscheiden zijn, maar als je naar de prijs kijkt, toch geen brons blijken te zijn. Ze heeft zich in deze techniek gespecialiseerd. Haar beelden zijn ook voor buiten wintervast en zijn zo hard gebakken dat ze wel kunnen breken, maar daarna weer door haar kunnen worden hersteld. Allemaal interessante informatie die tot je komt als je de kunstenaar achter de kunst leert kennen.

En dan was er nog muziek van Michel de Mik. Hij speelt gitaar en zingt er ook af toe bij. Het was mooie achtergrondmuziek en een bijzonder aardige man.

Onder de aanwezigen waren natuurlijk ook vrienden en familie van de exposanten, maar het was vooral ook een gezellig samenzijn. Ik sprak onder anderen nog met een man met een Oekraïense vrouw (ook een kunstenares) over de toestand in de wereld. Met mijn jongste broer over de komende Valentijnsdag en wat dat betekent voor de tuinbouw en de gezellige middag werd afgesloten met een borrel en heerlijke soep bij mijn broer en schoonzus thuis.

Wil je ook een keer kijken in galerie The Window? Dat kan ieder weekeinde zaterdag en zondag van 12.00 tot 17.00 uur. Het adres is Hongerlandsedijk 646 in Spijkenisse. De bovengeschetste expositie duurt nog tot half maart. Website voor meer informatie: www.thewindow.gallery. P.s. er worden ook erg leuke workshops gegeven.

Foto’s: Ada van Baalen

 

 

Stof

Mijn moeder maakte vroeger vaak kleding voor haarzelf en voor mijn zus en mij. Zo gingen mijn zus en ik regelmatig gekleed volgens de laatste mode uit de Burda of de Knip. Ik herinner me nog goed dat we een soort schortjurkjes hadden, natuurlijk in de jaren zeventig een hippe hotpants en nog later een maxi-jurk met een bijzondere print. De naaikunst van mijn moeder ging over op haar dochters. Mijn zus en ik hebben voor onze kinderen ook weer regelmatig kleding gemaakt. Zelf vond ik het leuk om met zo min mogelijk stof een zo bijzonder mogelijk resultaat te krijgen. Ik werkte het liefst met coupons. Die waren niet alleen voordelig, maar daar kon je natuurlijk ook je creativiteit in kwijt. Dit bracht ik onlangs nog in praktijk bij het maken van een prinsessenjurk voor kleindochter Julia.

Mijn dochter Marjolein vindt het maken van kleding ook heel leuk. Zo hebben we al getoverd aan enkele prinsessenjurken voor haar hobby; het bezoeken van fantasy-festivals.

Maar afgelopen maand kwam ze bij me met een nieuw project. Een jas, die ze gezien had in de nieuwste Knip-mode. Het was een jas uitgevoerd in zogenaamde Lammy-stof. Dit is stof die aan twee kanten draagbaar is; de ene kant teddy en de andere kant imitatie- suède. Ik vond de jas ook meteen leuk en we gingen op pad voor stof.

In Naaldwijk werd het sowieso niets want we hebben maar één stoffenzaak met heel weinig keuze. Daarna naar Den Haag, waar we naast de Haagse Mart ook nog een andere stoffenzaak bezochten. Die hadden het niet. Toen maar op internet gezocht. Urenlang heel het internet afgezocht en maar bellen en mailen naar diverse winkels. Maar of ze hadden het niet, of niet de juiste kleur. Het was om moedeloos van te worden. En dat terwijl ik al weken daarvoor het hele patroon had ‘uitgeraderd’.

Afijn, nu gingen Hans en ik afgelopen weekeinde naar Antwerpen. Ik had van tevoren al op internet gekeken of er stoffenwinkels in de buurt waren en die waren er. Hele grote zelfs. We waren dus op missie en vonden in de eerste winkel al aardig wat keuze, maar nog niet precies wat we wilden. De volgende winkel was bingo, een stoffenwalhalla! Er was enorme keuze in lammy stoffen in alle kleurvariaties en na telefonisch overleg met Nederland besloot Marjolein te kiezen voor camel kleurige lammy met witte voering. Aangezien er nog een andere leuke stof was (waarvan nog maar twee meter van op de rol zat) besloot ik voor mezelf ook nog wat mee te nemen. Dit mede dankzij het feit dat de stof maar 12 euro de meter kostte. Echt een koopje. Nu hebben we het de komende woensdagen dus best druk. Er moeten nu twee in plaats van één jas gemaakt worden. Maar we hebben er zin in.

Prinsessenjurk van Marjolein
en een prinsessenjurk voor Julia

Driestuiversopera

Vorige week waren wij in het Zuiderstrandtheater in Scheveningen om te genieten van de Driestuiversopera. Ditmaal uitgevoerd door Kwekers in de Kunst, voor ons nog bekend als Dario Fo. Het bekende stuk van Bertolt Brecht met muziek van Kurt Weil staat nog altijd in mijn geheugen gegrift. Al moet ik wel heel ver terug in de tijd.

Rond 1981 ging ik toneelspelen bij toneelgroep ‘de Hofspelers’. De toneelvereniging uit (oorspronkelijk) Honselersdijk, had haar domicilie in Naaldwijk. We repeteerden op de zolder van de Lagere Tuinbouwschool in de Mr. Jan Tuningstraat. De school is inmiddels al lang afgebroken.

De stukken die wij speelden waren –voor Westland- gerust controversieel te noemen. We speelden naast Bertolt Brecht ook toneelstukken van Hugo Claus, Ton Vorstenbosch en Fassbinder. Niet bepaald de ‘lach of ik schiet’-stukken die in het geëigende amateurtoneel gespeeld worden.

In 1984 werd de Driestuiversopera op het repertoire gezet. In het stuk speelde ik samen met Gerard Kriek de gezamenlijke rol van de ‘vertellers’. Dat hield zoveel in dat wij het stuk aan elkaar praatten. Echter werd er ook veel gezongen. De ‘ballade van Mackie Messer’ waar het stuk mee begint bijvoorbeeld werd samen door Gerard en mij gezongen. Dat het natuurlijk niet zuiver was, was geen enkel probleem. In de Driestuiversopera hoeft het allemaal niet zo mooi te zijn. Vorige week in het Zuiderstrandtheater zong ik het nog zachtjes mee. Overigens dat gold voor veel van de liedjes, die na dertig jaar nog steeds in je hoofd zitten.
De uitvoeringen van de Hofspelers waren in april en mei 1984 een groot succes. Er deden ongeveer vijftig mensen aan mee want naast de toneelspelers was er ook een volledig orkest onder leiding van Peter van Elswijk. De regie van de opera was toevertrouwd aan Ron Oostdam. Hij regisseerde jarenlang bij De Hofspelers. We wonnen er prijzen mee onder andere de HCA-competitie (dé toneelprijs van het Haags Centrum voor Amateurtoneel). Ook werd er gespeeld in Den Haag in het Congresgebouw en in Delft in het Waagtheater. Maar het meeste ligt me nog bij het repetitieproces waarbij we in maart 1984 een repetitieweekeinde hadden in de Staelduinhoeve in ’s-Gravenzande. Het werd een geweldig weekeinde waarin er hard gewerkt werd, maar ook veel ruimte was voor gezelligheid.

Daarom kijk ik ook met heel veel plezier terug op mijn toneeltijd –welke overigens maar zes jaar duurde- bij ‘de Hofspelers’, later ‘Epicentrum’ en tegenwoordig ‘Het wilde Westen’.

En wat betreft de Driestuiversopera van Kwekers in de Kunst; we hebben ervan genoten, het was een heerlijke avond.

Samen met Gerard Kriek als ‘vertellers’
Artikel uit de krant 1984

Boefjes

Sinds deze zomer ben ik (regelmatig) aan het breien voor de stichting Slimme Boefjes. Al eerder ben ik een keer naar Den Haag gereden om een ‘lading’ gebreide of gehaakte dekentjes weg te brengen. De stichting doet er goed werk mee en het schijnt dat ze nooit ‘genoeg’ hebben. Wat houdt de stichting Slimme Boefjes nu precies in. Slimme Boefjes is opgericht in het voorjaar van 2012 om (aanstaande) ouders die niet goed in staat zijn om daar zelf in te voorzien, te helpen met hun babyuitzet. De stichting zamelt daarvoor babyspullen in op verschillende inzamelpunten in het land. Hiervan maakt Slimme Boefjes de Baby StartKid.

In dit babystartpakket zitten de basisbenodigdheden die de kraamzorg adviseert voor de eerste maanden van een pasgeborene. Voordat ingezamelde babykleding in de Baby StartKid komt, wordt alles fris gewassen, gestreken en zorgvuldig gesorteerd op kleur. De artikelen die Slimme Boefjes hergebruikt, zijn altijd van goede kwaliteit. Veel kleding is zelfs praktisch ongedragen!

Ieder kind moet een zo onbezorgd mogelijke start  hebben. En het is belangrijk dat (aanstaande) moeders zich zoveel mogelijk op de komst van hun kleintje moeten kunnen verheugen. En daarom maken we ook van elke StartKid een feestje om uit te pakken! De dozen met babykleertjes zijn hard nodig, want ook hier in Nederland is ‘stille armoede’.

In Den Haag, waar ik vandaag mijn spulletjes naar toe breng zijn de vrijwilligers al weer druk in de weer om dozen te vullen. En mijn dekentjes en knuffels zijn van harte welkom. Zelf vind ik het leuk om steeds nieuwe patroontjes te verzinnen, maar de dekentjes mogen ook gerust ‘recht toe, recht aan’ gebreid worden. Dus als iemand dit leest die het ook leuk vindt om te handwerken en niet weet voor wie, dan beveel ik stichting ‘Slimme Boefjes’ van harte aan. Er zijn ook altijd nog vrijwilligers nodig die willen helpen met het uitzoeken en vullen van de dozen. Gemiddeld worden er per week 10 dozen gemaakt, die door het gehele land worden verspreid. Je kunt meer informatie krijgen via de website www.slimmeboefjes.nl en alles lezen over dit initiatief.

Mijn bijdrage aan Slimme Boefjes
Zo ziet een gevulde doos eruit.

 

De Bierfabriek op de Horecava

Horeca

Ook wij zijn liefhebbers van de horeca. Begrijp me goed, als klant dan hè. Wij vertoeven toch wel gemiddeld twee à drie keer per maand in een horecagelegenheid. Hetzij in een donkerbruine kroeg om te quizzen of gezellig te kletsen tijdens het schrijverscafé. Maar voor hetzelfde geld kan het een gezellig restaurant zijn. Horeca is een zeer uiteenlopende bedrijfstak. Hoe we dit weten?; we waren zondag op uitnodiging van dochter Marjolein mee naar de sneak preview van de Horecava in de RAI in Amsterdam. Marjolein werkt al jarenlang bij Trends for Rent/BloemBloem/Héman, een bedrijf dat zich gespecialiseerd heeft in de horecaverhuur en o.a. complete aankleding voor grote evenementen en beurzen. Al jarenlang hoort hier ook de horecava bij. Specifiek voor de Bierfabriek wordt alles uit de kast getrokken om de beursvloer zo gezellig mogelijk te maken. En dat mochten wij dus testen. Zowel de omgeving als het eten en drinken. Dat was natuurlijk niet tegen dovemans oren gezegd en zodoende gingen we zondagmiddag opeens naar Amsterdam.

In de RAI is het nog een enorme puinhoop. De stands worden opgebouwd en dat veroorzaakt veel rommel en chaos. Maar bij de Bierfabriek is het al netjes. De tafels zijn gedekt, de pel pinda’s liggen klaar en de kippen hangen al aan het spit.
Wij zijn natuurlijk ook nog even nieuwsgierig naar andere stands in de omgeving en maken even een rondje. Manlief is meteen zeer geïnteresseerd in een metershoge wand met allemaal buitenlandse bieren. We vergapen ons aan leuke foodcars, die duidelijk erg gewild zijn. Even later lopen we door een hal met uitsluitend keukenapparatuur in de meest uiteenlopende vormen en kleuren. Heel leuk. Eigenlijk is het wel jammer dat de beurs nog niet geopend is want de stands zien er erg verzorgd en uitnodigend uit.

Wij schuiven even later lekker aan de lange tafels van de Bierfabriek en zitten gebroederlijk naast de baas van Marjolein. Al met al is het een leuke onderbreking van een -wat dreigde te worden- saaie zondag. De Horecava duurt nog tot 12 januari. Er zijn ook diverse Westlandse bedrijven aanwezig.

Hans vergaapt zich aan de diverse soorten bier

Oviebollen

In het kader van gezond eten en minder vet besloot is afgelopen vrijdag oviebollen te bakken. Wat is een oviebol? Het heeft in ieder geval wel met oliebollenbeslag te maken alleen wijkt de bereiding behoorlijk af van de normale oliebol. Met een pak oliebollenmix van de Lidl startte ik het experiment. De mix met een liter half warm water vermengd en vervolgens de rozijnen erbij gedaan. Toen moest het minimaal een half uur rijzen en dat ging als een speer. Ik begon al enthousiast te worden want op het pak stond ‘goed voor 50 oliebollen’. Wauw, hoe krijg ik het op, was mijn gedachte.

De truc was nu om de oliebollen niet in het vet te bakken, maar in mijn onlangs aangeschafte airfryer. Een airfryer is eigenlijk niets meer of minder dan een kleine, compacte oven. De ruimte wordt heel snel verwarmd met hete lucht en zo kun je op snelle wijze en zonder vet je eten bereiden. En met eten bedoel ik niet alleen patat, zoals mensen vaak denken. In een airfryer kun je alles bereiden wat je maar wilt. Aardappeltjes, groenten, vlees, vis, taart enzovoorts. En volgens de facebookpagina die ik volg dus ook de zogenaamde oviebollen. Maar hoe ga je te werk? Heel eenvoudig; in elk van de zes siliconen cupcakebakjes deed ik twee eetlepels beslag. Vervolgens tien minuten bakken op 160 graden, de airfryer openen, de oviebollen uit de cupcakebakjes peuteren en de witte onderkant nog een keer tien minuten op 160 graden bakken. Het resultaat zag er verbluffend goed uit. En dan bent u natuurlijk het meeste benieuwd naar de smaak. Het is natuurlijk geen oliebol, want de oviebol smaakt niet naar olie. Ik denk daarom dat ik ook niet door de AD oliebollentest kom, maar ik moet wel zeggen dat deze oviebollen best smaakten. Het was eigenlijk een cupcake, maar dan toch ook weer een beetje anders. De reacties binnen de familie waren wisselend. Sommigen vonden ze goed te doen, anderen klaagden nieuwjaarsdag over de taaie buitenkant. Maar ja, oviebollen moet je dan ook eigenlijk na het bakken opeten. Dat is dus een les voor volgend jaar. De enige die er niet van af kon blijven was onze kleine ‘oliebol’; Julia. Die heeft er zeker acht op.

Voor wie ik nog niet persoonlijk gewenst heb; een gelukkig en gezond nieuwjaar!

Oviebollen
De oviebol in wording
Ziet er toch lekker uit!
Smullen maar..
Mmmmm…

 

Griek

Afgelopen week waren wij in Griekenland. In Athene om precies te zijn. We waren op familiebezoek, want mijn nicht Loes woont al ruim veertig jaar in Griekenland. Athene is een geweldige stad zowel in de zomer als in de winter. Wij hoopten natuurlijk op 20 graden en een zonnetje. Maar het was snijdend koud in Athene. Iedereen klaagde erover. Maar we kwamen natuurlijk niet voor het weer. We kwamen om te genieten van de oude stad. Hans zag voor het eerst de Acropolis. Het was er rustig en we konden zelfs een unieke foto maken zonder toeristen. Iedere avond gingen we lekker uit eten en genoten van de verse maaltijden in de taverne.

De laatste avond nam Loes ons mee naar een restaurant in de stad. Het restaurant heet Accordeon en ligt midden in de wijk Plaka. Vier keer per week is er livemuziek van een vrouw en man. Hij met de accordeon en zij met de tamboerijn. En natuurlijk twee heel mooie stemmen. Simpel, maar heel mooi. We kwamen binnen toen er al een klein feestje begonnen was. Er was namelijk nog een groot gezelschap voor een dame die jarig was. Allemaal Grieken. Even later kwamen er nog vier gasten bij en de muziek begon. Meeslepende liefdesdrama’s, beschrijvingen van het mooie Griekenland, het kwam allemaal voorbij. Wij konden er natuurlijk geen klap van verstaan, maar Loes vertaalde de essentie van het lied. Naast de heerlijke maaltijd vloeide natuurlijk ook de wijn rijkelijk. En dat had zijn uitwerking. Op een moment neemt een man van ongeveer zeventig de microfoon en vertelt in het Engels dat hij uit Israël komt. “Maar mijn ouders waren Grieken uit Thessaloniki”. Gejuich uit vijftig kelen. “I feel like a fish in the water”, voegde hij er enthousiast aan toe. De tweekoppige band zette meteen een stevig dansritme in en daar ging hij hoor. Helemaal los. Met de armen omhoog, de voeten stampend op de vloer en een smile van oor tot oor. Ik vond het ontroerend en al snel voelde ik tranen over mijn wangen lopen. Er kwamen nog meer mannen op de dansvloer en zij zongen en dansten of het de laatste keer was. De vrouwen knielden aan hun voeten en klapten en zongen luidkeels mee, ondertussen rode anjers gooiend. Wat een heerlijk volk.

Na afloop van het lied kreeg ik van de zangeres een knuffel. Omdat ze zag dat ik ontroerd was geraakt. Het is bijzonder dat muziek dat met je kan doen, terwijl je niet eens de tekst kan verstaan.

Het bleef nog lang onrustig in restaurant Accordeon. Na verloop van enkele karaffen wijn gingen de nichten ook nog de vloer op. Heerlijk, ongeremd, alles vergetend en genietend van het moment.

Dat hoop ik het komende jaar nog vaak te kunnen doen. Ik wens jullie daarom een goed en gezond 2017. Pas goed op elkaar, geef af en toe een knuffel en hou elkaar vast.

De Griek danst of zijn leven ervan afhangt
De nichten dansen en genieten